Bijbel leesproject – Hebreeën

Bijbel Leesproject : Hebreeën

 

Het Bijbel Leesproject van Alive and Well

 

Als je de korte inleiding van het Bijbel Leesproject nog niet hebt gelezen, dan is dat zeker even de moeite waard: 3 minuten leeswerk. Het helpt je om optimaal te profiteren van wat we aanbieden, maar ook om goed te kiezen wat je wilt gaan doen.

Klik hier om de Inleiding pagina te zien.

 

Wellicht het meest diepzinnige boek: Hebreeën 

De meningen over wie dit fantastische boek heeft geschreven zijn verdeeld, maar de meerderheid zegt toch wel Paulus! Het boek is geschreven aan Hebreeuwse Christenen. Dat was noodzakelijk, omdat juist die groep Christenen kwetsbaar waren om terug te glijden in het Judaïsme, de religie die de laatste eeuwen voor Christus ontwikkelde uit het Oud Testamentische Jodendom. Er kwamen duizenden priesters tot geloof, velen uit de Farizeeën maar ongetwijfeld ook uit de Saduceeën. Dat gaf wrijvingen. Daarover lezen we in Handelingen 15 en Handelingen 21:20-21 en Galaten.

Het belangrijkste thema is om te laten zien dat de heerlijkheid van Jezus, zijn bloed, en het Koninkrijk van God dat in onze Nieuw Testamentische tijd zichtbaar is geworden, ver uitstijgt boven de schaduw van het Oude Testament en het oude verbond. De superioriteit van het bloed van Jezus gaat ver boven dierenbloed uit!

De herstelde, verzoende relatie met God door het kostbare bloed van Jezus. De reiniging van ons verleden en geweten door dat bloed. Het bloed van Jezus spreekt van betere dingen dan het bloed van Abel.

 

GELOOF is ook één van de rode draden in dit boek!! Daar komt het telkens weer op terug. 

Een zeer, zeer bemoedigend boek. Gebruik de audio’s om je te helmpen begrijpen! Geniet en wordt bekrachtigd met alle kracht!

 

 

C.  Hoofdstukken uit Hebreeën

Hoofdstuk 1

Deel 1

V1 – 3
God spreekt door zijn profeten, door Zijn Zoon toen die als Mens op aarde was, en door het WOORD, en het
Woord is Jezus.

God heeft door Jezus de wereld geschapen, dat is door Zijn Woord (Heb. 11:3). Jezus is ook het Woord (Joh.
1:1-12).

V2 Jezus is Erfgenaam gemaakt van alles. Dus als Hij sterft, erven de erfgenamen inclusief hijzelf, omdat hij
opgewekt is uit de dood!
Dus God gaf hem alles onder Oude Testament. Jezus stierf en de erfenis kwam vrij. Dat is beschreven in het
Nieuwe Testament. Jezus wordt, omdat hij is opgewekt uit de dood, en de Zoon is, eerste erfgenaam en wij
met Hem.

V3 noemt de reiniging van zonden vs bedekking in het OT! En dat Jezus de hoogste plaats heeft geërfd.

 

Deel 2
Vanaf V4 tot het einde schetst de schrijver het verschil tussen engelen en Jezus de Zoon.
Beiden zijn bovennatuurlijk, alleen engelen zijn geschapen en Jezus als God is schepper, zoals we net lazen.

Tegelijkertijd concentreert Paulus zich op het contrast tussen engelen en de Zoon als Mens van vlees en bloed.

V4 Hij heeft een grotere Naam.

v5 Jezus is een Zoon, DE Zoon, verwekt bij Maria. Ook al worden in het OT engelen soms zonen God’s
genoemd, ze zijn niet God en ze zijn niet mens van vlees en bloed geweest of geworden, die vervolgens dan
zoon van God zouden heten. Dit is de leer van Jehova getuigen: een engel die aangewezen wordt als God’s
zoon.

Vader/zoon relatie met mensen is God’s verlangen.

V6 Jezus die als Mens op aarde was, moest aanbeden worden door de engelen.

V7 -9 Engelen dienen hem – Jezus heeft de scepter van recht en zit op de troon (maar niet toen hij op aarde
was).

V10-12 Opnieuw wordt Jezus genoemd als degene die de aarde en de hemelen heeft gemaakt. Opnieuw wordt
een contrast genoemd, nu mbt de natuurlijke scheppjng, die tijdelijk is en zal vergaan, maar Jezus is voor
eeuwig.

V13-14 Jezus is de Heer die gediend moet worden door engelen, die ook de geredde mensen moeten dienen.

Engelen worden dus dienaren genoemd van Jezus en de geredde mensen, en ze worden geesten
genoemd. Psalm 104:4

Hoofdstuk 5

Hoge Priester uit mensen (1-4):
ten dienste van mensen, om gaven en offers te brengen vanwege de zonde!!

is zelf zwak, kan daarom ook voor anderen optreden
offert ook voor zichzelfdoor God gekozen, Aron’s geslacht.

Hoge Priester = Christus als mens (5-10):
verlost uit angst – heeft gehoorzaamheid geleerd op aarde.
is door God gekozen: Mijn Zoon, in wie ik een welbehagen heb
HP voor eeuwig
door zijn dood is hij voor iedereen die gehoorzaamt (en dus gelooft) een oorzaak tot REDDING!!

V0 zegt: “toen hij volmaakt was geworden”, wijst op het hele leven dat hij moest leven tot aan het moment
van het offer. Toen dat volmaakt vervuld was, kon hij geofferd worden.

Hoge Priester naar de ordening van MELCHIZEDEK! (6, 10) Later spreekt Paulus daar meer over.

H 5:11-6:3 is eigenlijk één geheel:
Paulus schrijft dus de worsteling met hun, dat ze eigenlijk naar de jaren al volwassen zouden moeten zijn in
het woord en de leer. Maar dat zijn ze niet omdat ze langzaam zijn met het horen en luisteren en aannemen,
en in gehoorzamen.

Ze zijn nog onervaren in het WOORD en kennen nog niets eens de basisprincipes.
Ken jij ze?

Vast voedsel is voor de volwassenen, het is het WOORD dat diep gaat.
Diegenen die dat WOORD bestuderen, overpeinzen en toe proberen te passen (gebruiken), oefenen zichzelf
om te kunnen ONDERSCHEIDEN van Goed en kwaad!! Dat is iets anders dan kennen van goed en kwaad..

Onderscheiden komt van een Grieks woord dat maar 1x wordt gebruikt: ‘Deel van jouw denkwijze dat voor
het onderscheiden, begrijpen, oordelen van goed en kwaad is. Let op GEN. 2 spreekt over het KENNEN. Dat is
een verkeerde boom. Het gaat om onderscheiden.

6: 1-3 Wat is het eerste onderwijs? Het fundament:
1. bekering van dode werken (zonde) / goede werken is het tegenovergestelde, dat zijn de werken uit geloof.
2. GELOOF in God
3. leer van dopen (in water, in de Geest, in vuur, 1Cor15:29 voor de doden gedoopt worden: vervolging
omwille van evg verkondiging)
4. handoplegging (leiders aanstellen, zegenen, zieken genezen, doop HG, impartatie)
5. opstanding van doden
6. eeuwig oordeel

Hoofdstuk 2

V1 ‘Daarom’ wijst terug op H1, waar gesproken wordt over Jezus die het Woord is en dat door hem in de
laatste dagen gesproken is tot ons, de mens. We moeten daarnaar luisteren, zodat we niet misleidt worden en
afdrijven.

V2 Het woord door engelen gesproken wijst op de wet die door de dienst van engelen aan Mozes is gegeven:
Gal. 3:19, Acts. 7:53
Deut. 5:5 —> die wet bracht veroordeling tot de dood.

V3-4 Jezus heeft het woord verkondigd en dat woord is door de apostelen en discipelen gehoord en
verkondigd, en God heeft de verkondiging van de apostelen en discipelen, en van Jezus zelf, bevestigd door
wonderen en tekenen die erop volgden. En door de Heilige Geest en de gaven te geven. Zie o.a.
Handelingen. Dat is de kracht die in verkondiging van het Woord ligt! Rom. 1:16

V5-9 In Gen. 1:28 geeft God de aarde en alles wat daarop leeft aan de mens, om daarover te regeren.
Er staat in Luke 4 (HSV) 6 En de duivel zei tegen Hem: Ik zal U al deze macht en de heerlijkheid van deze
koninkrijken geven, want die is aan mij overgegeven en ik geef die aan wie ik maar wil;
De duivel had deels gelijk, want de mensen (Adam en Eva), door de zonde, hadden al die door God gegeven
heerschappij afgegeven aan de duivel.

‘Komende wereld in vers 5 verwijst simpelweg naar de wereld waar de lezer en schrijver toen (en nu nog
steeds) in en naartoe leefden.

Psalm 8 wordt hier aangehaald en in deze context gebruikt om naar Jezus te verwijzen. Het bevestigt dus
opnieuw het menszijn van Jezus destijds. In vers 9 staat: ‘Maar wij zien Jezus’, wat aantoont wie bedoeld
wordt in vers 7.
Desondanks is Psalm 8 zeker ook een verwijzing naar de mens.

V10-11 ‘Heiligen’ gaat ook door moeite en lijden heen. Jezus is degene die heiligt. Samen met de Heilige
Geest. 2 Thes. 2:13, 1 Peter 1:2 heiliging door/van de Geest. Rom. 1:4 Geest van de heiliging

V12-13 spreken over Jezus zijn zorg voor de gelovigen, de broeders m/v.

V14-18
De macht van de duivel en van de dood moest overwonnen worden, moest ontkracht worden,
daarvoor moest Jezus zelf mens van vlees en bloed worden.
De mens is slaaf van de zonde (staat in Joh. 8:34, Rom. 6:6, 6:16-17, 6:20 ), maar ook slaaf van de angst voor
de dood. Uitgezonderd Jezus dan, want hij heeft nooit gezondigd.

Vanuit de belofte in Genesis 12:1-3 (geslachten = beter vertaald met families), wordt iedereen aangenomen die
in Jezus gelooft. Jezus is zogezegd de zoon van Abraham, Izak en Jacob, en wie in hem geloofd is dus
nageslacht van Abraham.

In Exodus, werd het ingesteld dat de Hogepriester, uit het geslacht van Aron, 1 keer per jaar op Yom Kippoer
de zonden van het volk verzoende. Jezus werd getrouw en rechtvaardig bevonden door God de Vader, om de
zonden van het volk te verzoenen. Eens en voor altijd, met zijn eigen leven, met zijn bloed.

V18 zegt dat omdat Jezus als mens zijn hele leven geleden heeft, hij ons perfect kan begrijpen, kent, en ons
dus kan helpen. Zie ook Heb. 4:16

Hoofdstuk 6

(de rest: v4)

‘Onmogelijk om die weer tot bekering te brengen.’

Er staat niet: onmogelijk dat die weer tot bekering kunnen komen, maar om die tot bekering te brengen.
Mensen die zich zo moedwillig verhard hebben kun je niet tot geloof brengen. Aanhoudend gebed is één van
die zaken die dan nodig is.

Mensen die zich aangesproken voelen door dit vers tonen juist berouw. Er is geen verharding, kom terug!!! De
lijst van kenmerken is lang:
– verlicht geweest
– geproefd van de hemelse gave
– deelgenoot van (samengewerkt, gepartnerd met) de Heilige Geest
– het goede Woord van God geproefd
– krachten van toekomende wereld geproefd

Alleen God weet wie dat betreft. Het spreekt in elk geval over mensen die zich uitzonderlijk verhard hebben.

Vers 8 ‘de vervloeking nabij’, wat inhoudt dat er nog een kans is, tot de dood toe.

Ook het vervolg in vers 9-12 laat wel blijken dat je moet blijven wandelen in het spoor van Jezus. Je kunt er
niet omheen dat het mogelijk is je eeuwige redding op te geven. Dat is dan wel een heel moedwillige
beslissing tegen het bloed van Jezus, zijn dood en opstanding (vers 6).

Vers 10, blijf dienen! God vergeet dat niet.

ABRAHAM
V12 word nu niet lui.. in wat? in het zijn van een navolger van ondermeer ABRAHAM en anderen, die GELOOF en geduld hadden!

De beloftes van God: (HSV) Gen. 12:3; 17:4; 22:16; Ps. 105:9; Luk. 1:73

V14 zegenende zal ik u zegenen, vermenigvuldigende zal ik u vermenigvuldigen.

V13-20. GELOOF: Abraham verkreeg de vervulling van de belofte van een zoon na 25 jaar, tegen beter weten in.

Dat was een gedeeltelijk vervulling van de belofte. Daarom heeft God gezworen, dat ook het nageslacht HOOP
zou houden in de belofte van God: een groot volk en een zegen voor alle volken en stammen.

De Hoop waarover gesproken wordt, is de eeuwige hoop bij God en het is de HOOP dat de zegeningen van
Abraham door zullen werken naar elke stam, natie en volk!
Deze HOOP is als een anker dat vastgeslagen ligt in de gever van de belofte: God zelf. Jezus heeft dat anker
daar vast gemaakt, in het heilige der heiligen, ofwel binnenste heiligdom. Daar mocht alleen de Hogepriester
komen. Maar in het Heilige der heiligen in de hemel, alleen Jezus met zijn kostbare bloed.

Ordening Melchizedek: betekent zoals Melchizedek hogepriester was, en koning. Bijzonder is dat zijn
hogepriesterschap ook eeuwig was, staat hier…. nog een aanwijzing dat hij een verschijning was van Jezus.

Hoofdstuk 3

Geloof of ongeloof

Jezus is Hoge Priester: Hebr 2:17, 3:1, (HSV) Hebr. 4:14; 6:20; 8:1; 9:11
Jezus is de Apostel (betekent gezondene, namens een koning of heerser)

v2-6
Mozes was trouw in heel God’s Huis, dat was Israel — zo IS ook Jezus trouw!!
God is de bouwer van het huis.
Uiteindelijk is de mens als persoon,
en het Lichaam van Jezus als geheel,
het huis van God.
De bouwer krijgt altijd meer eer dan het bouwwerk. Het Lichaam, de kerk, moet dus God roemen.

Het uiteindelijke volmaakte einddoel ligt te wachten in de hemel. Maar we moeten dan wel die hoop (geloof in
Jezus) onwrikbaar vasthouden.

Psalm 127:1 Als God het huis niet bouwt…. tevergeefs…
Mozes is als dienaar, en niet als zoon, trouw geweest. Hij sprak daarbij over de dingen die zouden komen…
In Jezus is dat gekomen, maar dat wist hij toen nog niet in detail.

V7-12
(8) de verbittering wijst naar Exodus 17:2 waar ze de Heer verzochten, en ze Mozes wilden stenigen en
klaagden tegen de Heer of Hij nu wel of niet in hun midden was.
(Mozes sloeg op de rots en er kwam water.)

Veertig jaar is God verzocht door het volk.

Net zo goed kunnen wij verleid worden . Bescherm je hart (Onwrikbaar: v10 en 14) (v12 zie erop toe).
Opvallend is hier dat een verdorven hart een hart vol ongeloof is. HOUD JE GELOOF VAST!!! V6

(13) Houd elkaar verantwoordelijk en bij de les. Gemeenschap. Samenkomen, elkaar aanspreken op dingen.

V14 verharding komt door toe te geven aan de verleiding van zonde.

(1 en 14) partners, deelgenoten van Jezus en van de hemels roeping. Wow!!

…16 ben ik niet mee met de vertaling HSV, God raakt niet verbitterd.
(NBV) 16 wie waren het dan die zijn stem hoorden en toch opstandig werden? Waren dat niet degenen die onder
Mozes’ leiding uit Egypte waren weggetrokken?

V17-18 tot zijn rust ingaan = het beloofde land

(19) Ongeloof en geloof is het thema in H3. Hier gaat het om het niet willen binnengaan in het beloofde
land: Num. 14
Houd je geloof vast.
Toen bij Mozes stierven alle 20+, behalve Jozua en Caleb, vanwege hun aanhoudende ongeloof. Je kunt
ALLEEN MAAR door GELOOF binnengaan!

Hoofdstuk 7

V1/2 “Deze Melchizedek…” verwijst duidelijk terug op een voorgaand gedeelte: bv. 6:19-20

Het zal duidelijk worden dat Melchizedek een verschijning van Jezus was in het OT. Gen 14:18-20 (dus een
geestelijke verschijning en niet van vlees en bloed.)

Koning van Salem – Salem is vrede. Jezus wordt genoemd Vredevorst Isa 9:5
Melchizedek = Koning van de gerechtigheid (Isa.32:1), zoals Jezus.

V3 hij had geen voor en nageslacht… aan de Zoon van God gelijk gemaakt, blijft hij priester tot in
eeuwigheid… Jezus is voor eeuwig de hogepriester!

V2, 4-6: Wat de schrijver verder uitlegt, is dat tienden geven gedaan wordt vanuit de belofte en niet vanuit een
wet. Zo heeft het nageslacht van Abraham als het ware tienden gegeven in/door Abraham, de aartsvader. Dus
de stam Levi, die later vanuit de wet de tienden in ontvangst moest nemen van de andere stammen, heeft hier
als het ware in Abraham tienden gegeven onder de belofte…. er was namelijk nog geen wet van tienden
geven. Verder wordt de hoge status van Melchizedek onderstreept door Abraham zijn mindere te noemen.

Waarom de uitleg van Melchizedek? En Abraham?
Abraham is de man van beloftes van God en zijn geloof in God.
Melchizedek is de enige priester onder de beloftes van God, dus van voor de wet. Een tijdloos persoon, v8,
iemand die leeft.

Mozes en Levi en Aron
Eerst was er dus de beloften aan, Abraham en een bovennatuurlijke Hoge Priester Melchizedek.
Daarna kwam Mozes, de man van het Oude Verbond. Daarom is er een wet gekomen, toen uit de stam Levi,
uit Aron de priesters kwamen en de Levieten, en de Hoge Priester.

Vervolgens zien we de nieuwe Hogepriester Jezus
En nu, in het Nieuwe Testament, is er dus een verandering van priesterschap naar het beeld van het
priesterschap van Melchizedek. Deze verandering naar Jezus (stam Juda) moest dus ook een verandering van
testament, verbond geven: het nieuwe verbond! Het nieuwe Testament.
Zo hebben we weer ‘BELOFTE, GELOOF en bovennatuurlijk, eeuwig priesterschap’, door Jezus en zijn bloed
dus.
Vers 16 zegt dan ook dat het niet op grond van voorschriften is van een wet, maar uit kracht van
onvergankelijk leven!! Jezus is EEUWIG Hogepriester. Daarom dat Melchizedek zo’n wonderlijk persoon is,
een eeuwig persoon. Psalm 110:4, Heb. 5:6

v18-19 De wet wordt zwak en nutteloos genoemd, omdat het niets tot volmaaktheid kan brengen. V19 zegt
dat het verbond in Jezus een betere hoop tot stand brengt, omdat we daardoor tot God kunnen naderen.
‘betere’ hoop betekent wel dat de wet ook hoop was: het toonde namelijk dat er een REDDER moest komen
die redding zou brengen. Het is als een tunnel, maar je ziet wel licht aan het einde.

V20-25 Jezus is nu onze eeuwige borg geworden, het gaat nooit meer over op een andere priester, zoals in het
oude testament, waar de priesters stierven.
Hij kan dus ook om deze reden als Enige redden voor de eeuwigheid, omdat hij eeuwig leeft om te kunnen
pleiten voor ons.

v26 -27 prachtig, prachtig: zo’n Hogepriester hebben wij nodig:
HEILIG, ONSCHULDIG, AFGESCHEIDEN VAN ZONDAARS, BOVEN DE HEMELEN
Jezus heeft zich eens en voor altijd geofferd.
v

28 (v20) De wet stelt zwakke mensen aan.
Het woord door een eed gezworen door God heeft Jezus aangesteld, die eeuwig volmaakt is.

Hoofdstuk 4

V1-13
Er is ook aan het volk Israel destijds EERST (v6) het Evangelie verkondigd: ingaan in de rust, door geloof in
God! Dus in geloof het beloofde land innemen.

Maar omdat ze het Woord (Evangelie) dat in hun was, niet mengden met geloof, bracht het bij hun geen vrucht
voort!! Zo moet het bij ons ook werken: dat sluit perfect aan bij Galaten: GELOOF!!
Door het hele boek Hebreeën is GELOOF een belangrijk thema.

Het gaat hier overigens wel om ongeloof door ongehoorzaamheid, kritiek, afkeren van God.

Maar Jozua heeft Israel niet binnengebracht in de definitieve sabbatsrust toen ze het beloofde land introkken  (v8-9).

NU, VANDAAG, is er ook weer een kans om die RUST binnen te gaan. Dat is het Evangelie in Jezus Christus dat
verder doorheen dit boek wordt uitgelegd.
V10-11 zeggen dat we door geloof in die sabbatsrust binnengaan. Zorg dus, zegt v11 dat je niet net als het volk
bij Mozes, ongehoorzaam bent.

v12-13 zijn een dringende uitnodiging tot heiliging. ‘Oordeel’ betekent: ‘Het aan het licht brengen, schiften,
analyseren en oordelen van gedachten en bedoelingen van het hart.’ (AMP vertaling) Dit proces doe je niet
alleen, maar je vraagt de HG om te tonen en overtuigen. Psalm 139:23-24

Hij doet dat zeker ook als je het Woord leest. Het zwaard van de HG is het WOORD van God (Eph 6:17). Zie ook
Rev. 2:16
Dus HG en het WOORD werken samen!!

De waarschuwing in H3:10-12 is helder, kijk uit voor een verdorven hart, een hart dat afgeleid wordt, want het
leidt tot ongeloof!!! Dat thema trekt hier door het hoofdstuk heen. Het volk toen geloofde het Evangelie van
de rust niet en verloor het. Het mopperde, klaagde etc.. Maar kijk uit, laat je daar niet naartoe duwen.

HOOP!!!
Het andere belangrijke thema in Hebreeën is wie Jezus is als offerlam en Hogepriester!
Hij is met zijn bloed de hemelen doorgegaan!
‘Belijdenis’ verwijst naar het Evangelie van Jezus dat we moeten geloven en belijden (Rom 10:9).

Jezus kent de klappen van de zweep, maar zondigde niet. Hij kent jouw lijden want hij heeft het zelf
doorlopen (Heb. 2:18.).
Waar ga jij doorheen? Door welk lijden? Hij kent het.

KERN: intimiteit en genade in zijn aanwezigheid, zijn woonplaats, door de Hoge Priester Jezus! Daar krijgen
we hulp!! De troon van genade zou wel eens kunnen verwijzen naar de troon van de rechter, dat is waar we
genade nodig hebben en vinden.

De hele opzet toont: je bent gered, een nieuwe schepping, door geloof, maar stop daar niet!!

Onthoud, je bent zwak en hebt de Hoge Priester nodig. Juist die zwakheid houdt ons hart zacht om te
naderen voor Gods troon, zonder angst, want wat hij ook ziet, het is door zijn Zoon heen. Juist dat houdt ons
open voor groei en heiliging. Daarom is OOK die relatie en intimiteit met hem zo belangrijk!
In alles mogen we voortdurend bij God komen en aanspraak maken op zijn genade tot vergeving en reiniging.
Maar let op je hart. Maak dat niet tot een reden van zonde. Tegelijkertijd hebben we zijn barmhartigheid die
ons helpt.

Hoofdstuk 8

De hoofdzaak is dit (v1):

Mozes kreeg een blauwdruk van een aardse afbeelding (kopie) en schaduw (v5) van het hemelse:

Een heilige der heiligen (voorstelling van de hemel, waar God woont).
Waar alleen de Hogepriester uit het geslacht Aron mocht komen offeren (voorstelling van Jezus die kwam om
te offeren en zelf het offer is)
De aardse Hogepriester moest dagelijks offeren voor zichzelf (Jezus 1 maal voor altijd voor ons en niet voor
zichzelf)
Alle priesters zijn dood (maar Jezus leeft voor eeuwig en is gezeten naast de Vader v1)

Omdat het eerste verbond (Oude Testament, Verbond) (v7) beperkt was, moest er dus een nieuw onberispelijk
verbond komen, het tweede verbond. In Jezus (v8). Jeremia profeteert dat: (HSV) Jer. 31:31-34

V10 zegt dat God het nieuwe verbond in onze harten en ons verstand zal schrijven. Jer 31:33, Zch 8:8

V12 vergeving, genade, vergeving!! Voor de Jood eerst en ook voor de heiden.

V13 Tweede verbond = nieuwe verbond, het eerste = oude verbond en staat op het punt te verdwijnen. Het is
al ontkracht, maar zal ook verdwijnen. Jezus zegt zelf daarvan ook dat de wet nog niet weggedaan is…. :

Matthew 5:17-20 (HSV) 17 Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet
gekomen om die af te schaffen, maar te VERVULLEN.
18 Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan [deze tijdsbepaling snap ik niet] , zal er
niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is.
19 Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd
worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het
Koninkrijk der hemelen.
20 Want Ik zeg u: Als uw gerechtigheid niet overvloediger is dan die van de schriftgeleerden en de Farizeeën, zult
u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan.

De wet kan nog niet weg, want ze is nog steeds van kracht over wie niet gereinigd is door het bloed van Jezus,
en zo dus het Nieuwe Verbond is binnengestapt. Verder heeft de wet ook prachtige delen van onderwijs.

We zullen het Koninkrijk van God binnengaan in Jezus Christus en het Koninkrijk van God zal in ons zijn. Onze
gerechtigheid is niet, zoals de Farizeeën, in het vervullen van de wet, maar overvloediger dan dat, namelijk in
Jezus de gerechtigheid. Zoals Melchizedek koning van gerechtigheid was.

Hoofdstuk 9

v1-5 Onder het EERSTE verbond: De beschrijving van het aards heiligdom: het Heilige en het Heilige der
Heiligen, waar ondermeer de Ark van het Verbond stond, met de staf van Aron, het manna in een gouden kruik
en de stenen tafelen van het verbond.

V5 vermeldt het verzoendeksel waarop jaarlijks 1x op Yom Kippur bloed werd gesprenkeld. Dat is de deksel op
de Ark van het verbond. Als het ware de toegang tot Vader God.

Het griekse woord hier voor verzoendeksel, wordt nog maar 1x gebruikt in het NT, in Romans 3:23-25 (HSV)
23 Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God,
24 en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.
25 Hem heeft God openlijk aangewezen als <middel tot verzoening (verzoendeksel)>, door het geloof in Zijn bloed.
Middel tot zijn verzoening = het bloed van Jezus, de deur tot God.
Onze toegang tot de aanwezigheid van God is het bloed van Jezus. Zie Exodus 25:22!!

v6-10 De tabernakel van Mozes (eerste tabernakel) was alleen maar in gebruik totdat een definitieve oplossing
zou komen (Num 18:2-6, 28:3). Net als dus het eerste deel van de tabernakel en de tweede, waar de hogepriester
maar 1x per jaar met offerbloed binnenging. Dat betekent dat nu Jezus is geopenbaard, deze hele opstelling van
de Tabernakel en de offers etc. NIET MEER NODIG zijn. Het was een schaduw, een kopie. Of, zoals hier staat, een
gelijkenis (zinnebeeld) – een uitbeelding van een hogere realiteit: hoe het nu is, door Jezus. De tabernakel of
tempel is nu God en het Lam zelf (Rev 21:22).
V8 Joh 14:6 Jezus is de WEG!

Bloed van dieren kan alleen maar vergeving brengen en je ‘bedekken’ als een bescherming, als een gebed van
bekering en gehoorzaamheid aan God. Het kan je niet van binnen reinigen. Ofwel het kan je geweten niet
reinigen van besef van zonde. Je zonde blijft zichtbaar op jou, maar je bent wel vergeven.
In v14 staat dat het bloed van Jezus dit wel kan: je compleet reinigen, je geweten reinigen, je zondige verleden
uitwissen.
Het tweede verbond, of nieuwe verbond, wordt hier ook ‘de betere orde’ (HSV) genoemd.

JEZUS = de realiteit, het origineel
Alle dingen die beschreven zijn in het Oude Testament, zijn dus schaduwen van een origineel. Al deze dingen op
aarde hebben dus een volmaakt origineel in de hemel.

Jezus is de Hogepriester. Heb 3:1, 4:14, 6:20, 8:1
V11 Hij ging met zijn eigen bloed naar het heilige der heiligen in de hemel, voorbij de cherubs.
Heilsgoederen = het goede, het uitstekende!

Zijn bloed is voor eeuwig genoeg. omdat hij zonder zonde was en omdat hij de Zoon van God was. Het reinigt
zelfs ons geweten van besef van zonde en van dode werken (Hebr. 6:1, daar moet je je van bekeren).
Het doel is God te gaan dienen!!!!

in Vers 15 vat het Jezus’ dood en de twee redenen perfect samen:
1. Hij is gestorven om de vloek van de doodstraf die er door het eerste (oude) verbond is, op zich te nemen. De
straf voor onze zonde heeft hij op zich genomen door te sterven.

2. En Hij is gestorven om het nieuwe verbond, het nieuwe testament te bekrachtigen. In te laten gaan. Dat kan
alleen als de erflater sterft (16-17)
(Diatēkēs betekent verbond en testament)

V18-20 Op dezelfde wijzen moesten er in het oude testament niet mensen, maar dieren sterven, om daarmee het
OUDE verbond/testament van kracht te maken. Maar je snapt wel dat we niet erfgenamen worden van dieren
die sterven.

V21-22 zonder bloedvloeiing vindt er geen vergeving plaats. Waarom niet?
Wie de wet en geboden overtreedt, zondigt en krijgt de doodstraf. Fysieke dood en eeuwige dood in de hel.
In plaats van dat de mensen in het Oude Testament stierven, gaf God de gelegenheid om een dier te laten
sterven voor de mens zijn zonde. Bloedvloeiing dus.
Maar het reinigt je niet van binnen, het reinigt niet je geweten. Dierenbloed is te laag daarvoor.

V23 Dus zo is Jezus met zijn bloed (als Hogepriester) de hemelen binnengegaan en heeft reiniging gebracht.

V24-26 dus Jezus ging nooit naar de tempel zelf, met zijn bloed. Hij ging voor het aangezicht van God en bood
daar zijn bloed aan.

V27 Is een belangrijk vers tegen reïncarnatie: een mens sterft 1 keer en daarna het oordeel. Met Jezus Christus, in
hem (v28) zullen wij, net als hij, zonder zonde gezien worden wanneer wij sterven.

Glorie, wat een wonder.

 

Hoofdstuk 10

v1-10 Eerst worden de wet en offers tegenover Jezus en zijn offer geplaatst:
Opnieuw: de wet bevat slechts de SCHADUW van de toekomstige goede dingen (Agatos).
Het gaat dus niet om de wet zelf. De wet en de offers kunnen geen volmaaktheid brengen want ze moeten
telkens herhaald worden als iemand zondigde.
Bloed van dieren kan zonden vergeven, maar niet wegnemen.

Tot het Volmaakte kwam:Jezus Christus, in een Lichaam door God toebereid. Hij kwam om God’s wil te doen.
Isa 6:8 Daarmee nam hij de wet en de offers weg en zette zichzelf in de plaats, voor eeuwig.

v11-12 Iedere priester onder de wet STOND, dagelijks, om te offeren. Maar Jezus heeft één keer een offer
gebracht, zichzelf, en is nu gaan ZITTEN, naast de Vader in de hemel.
(HSV) Jer. 31:31,32,33,34; Rom. 11:27; Heb. 8:8

vers 17 is de sleutel: hij zal en kan niet meer aan onze zonden en wetteloze daden denken, door het volmaakte
offer van Jezus. De vergeving in vers 18 wijst nu op reiniging en vergeving door Jezus’ bloed. En daar is geen
herhaal offer meer voor nodig.

v19-24 In God’s aanwezigheid komen:
Jezus is onze priester om in de Vader’s huis te komen, het heiligdom.
Hij is de deur, zijn Lichaam is de levende deur.
Zijn geofferde lichaam is ook nu de WEG (Joh 14:6)

Vers 22 een waarachtig hart is een hart dat naar de waarheid van Jezus is gemaakt, door zijn reiniging, en
doordat de Vader het nieuwe verbond erop geschreven heeft (Jer.31:31vv). Het is ook een hart dat in
oprechtheid en echtheid God zoekt.
Met geloof dat absolute zekerheid is. Met zelfs een geweten dat geen besef heeft van zonde.

Vers 24/25 Doe goede werken en ga naar je samenkomsten. Handelingen laat zien dat ze dagelijks
samenkwamen.

Heftig gedeelte

Zie ook vers 29 en vers 38, 39. Zichzelf onttrekken: het is een eigen actie, niet Gods actie.

Als je blijft zondigen, en het bloed van Jezus veracht, blijft er niets meer over. Die persoon kan niet behouden
worden.
Net zo min als iemand die gezondigd heeft tegen de Heilige Geest. Zo’n persoon kan niet meer, ook in de zin van
wil niet meer.
Het is niet God, maar die mens die zich afsluit.

Maar wanneer iemand zich echt wil bekeren, wat er ook is, God ontvangt.

CONTEXT
Heb 10:26-31
Vers 26 en 29 samengevoegd:
(HSV) Want als iemand uit vrije wil expres zondigt, door de Zoon van God te vertrappen en het bloed van het
verbond, waardoor hij geheiligd was, onrein te achten en de Geest van de genade te smaden,
Terwijl hij de kennis van de waarheid ontvangen heeft (dat hem had gered van AL zijn zonden),
Dan blijft er geen reddend slachtoffer voor de zonden meer over, (er is niets anders dan Jezus’ offer, en dat veracht
en vertrapt hij).

V35 werp je vrijmoedigheid niet weg: in de context is dat ook de oproep om het pleiten op het bloed van Jezus
niet weg te gooien, maar je te bekeren als dat nodig is, en terug te gaan naar God. Een andere weg bestaat niet.
We moeten volharden in de beloftes v36.

V32-39 De overgang naar H11 de geloofsgetuigen
In dit afsluitende gedeelte benadrukt Paulus dat we moeten vasthouden aan het geloof! Wij zullen ons niet laten
aftrekken van het bloed van Jezus als enige redmiddel. Ook niet als er verdrukkingen en moeiten zijn omwille
van ons geloof. We volharden in GELOOF.
Want niemand wil vallen in de handen van de Heer door het bloed van Jezus te verwerpen.

Hoofdstuk 11

Geloofsgetuigen

v1 DUS het geloof is, altijd, in alle dingen, moeiten, strijd, verdrukking, je vlees in de dood houden, de VASTE
GROND. Geef dat geloof nooit op!!!

Weten dat de schepping door God door het WOORD tot stand is gebracht vanuit de onzienlijke wereld, is
GELOOF!

Dan begint Paulus de lijst van de Oud Testamentische voorbeelden van geloof te noemen, een deel van
hen. (v2)

Ik noem er een paar:
V7 Door geloof had Noach ontzag voor God en gehoorzaamde; daardoor werd hij gerechtvaardigd! Stel je voor
120 jaar bouwen aan een Ark, in geloof, er gebeurt niets en niemand gelooft je en komt tot bekering.
V8-10 Abraham door geloof gehoorzaam aan God. Gen 12:1-3 Ga onderweg en ik zal je een keer tonen waarheen.
V11-13 Sara die gerechtvaardigd werd van haar aanvankelijke ongeloof. Hier wordt gezegd dat ze geloofde.
V13 ‘Deze allen’ verwijst naar ofwel vers 12, ofwel naar Abel t/m Sara, of beiden…

V17 Abraham wist dat Izak het nageslacht was waaruit het volk dat God wilde zou voortkomen. Zie (HSV) Gen.
21:12; Rom. 9:7; Gal. 3:29. De grootste beproeving in de Bijbel is wat God van hem vroeg: offer je zoon. Waar
hield Abraham zich aan vast?
Om te beginnen was het voor hem niet vreemd: de volken waar Abraham uit kwam, maar ook de vele volken van
die regio, offerden kinderen en mensen aan de afgoden. Dat gruwelijke en foute godsbeeld was hun niet
onbekend. God ging hem tonen dat Hij anders was. Maar dat wist Abraham nog niet. Verder getuigt Paulus dat
Abraham geloofde dat God Izak uit de dood kon opwekken.
Ongeveer 2200 jaar later deed God de Vader het wel: Hij offerde Zijn Zoon, die vrijwillig ging.

V22 Jozef geloofde ook in het beloofde land!! Nog zo’n voorbeeld van geloof. Zeker tien jaar in de gevangenis
omdat hij trouw bleef aan God.
V23 Riskant geloof van de ouders van Mozes – het had hun dood kunnen worden. Zij weerstonden de
gruwelijkste vorm van abortus: een pas geboren baby doden.
V24-26 Mozes die niet viel voor de liefde voor zichzelf en liefde voor genot (2 Tim 3:2,4), maar koos voor de
‘smaad van Christus’, een opmerking die Mozes’ keuze in onze tijd plaatst:

VRAAG: WAT ZOU JIJ DOEN?? De drie liefdes: voor jezelf, voor geld, voor genot
of liefde voor God!

V27 God te zien als het ware, helpt je standvastig te zijn, zoals hier staat van Mozes!!
Daarom is intimiteit met Jezus zo belangrijk.

V28-29 de wonderen in Egypte. Zie je trouwens dat hier staat dat het de verderver was die de eerstgeborenen
doodde, en niet God?

V31 Rachab de hoer, de buitenlandse, die later trouwde met een man van Juda en zo in het voorgeslacht kwam
van Jezus! Ze had geloof!

V34-38 Prachtig dat in de lijst van geloofshelden en overwinningen, de overwinningen staan vermeld van
mannen en vrouwen die in geloof marteling, verdrukking, boeien en allerlei andere dingen hebben doorstaan, of
zelfs gedood zijn.
…OPDAT ZE AAN EEN BETERE OPSTANDING ZOUDEN DEELHEBBEN! (V35)

V39 ‘Belofte’ wijst op de Messias, Jezus, de Zoon van God die uit een rein volk, Israel, geboren moest worden. DAAR DRAAIDE ALLES OM!!!

Hoofdstuk 12

V1 is weer zo’n vers dat terugwijst naar het voorgaande: we worden door een menigte van getuigen omringd.
Wie zijn dat dan? De geloofsgetuigen van H11, maar ook alle niet-genoemde getuigen zegt Paulus.
Getuigen = martyrs in het Grieks.
Laten we afleggen alle last en de zonde. Dit spreekt toch wel weer heel duidelijk over bekeren, belijden,
omkeren en Jezus volgen in die gebieden.

V1b-3 In alles, de wedloop die we lopen, Jezus volgen, door moeilijke dingen heengaan omwille van Jezus.
Roddel, tegenspraak, laster … de focus is niet op het probleem of op ‘het vlees en bloed’, maar op JEZUS ZELF.
Hij onderging al die dingen en deed dat om de vreugde die voor hem lag: nl. jij en ik. Focus op Jezus en op het
hem gehoorzamen, en de vreugde in hem.
Dat helpt ons en sterkt ons en beschermt ons tegen zwakheid.

V4 Ik denk dat we het te gemakkelijk opgeven als het aankomt op strijd tegen zonde. Laten we eerlijk zijn: het
is een strijd! Of dat nu gaat om drugs of zo, of porno, seksuele zonden, boosheid tegen mensen die je gekwetst
hebben, de verleiding gefrustreerd te raken…emoties, het is volharden!

V5-11 is best lastig, vooral omdat in vers 6 het woord ‘geselen’ wordt gebruikt. Het vreemde is dat het een
aanhaling is vanuit Spreuken 3:11-12, waar niets over geselen staat. Ik heb er lange documentatie over. Teveel
om hier te behandelen. God disciplineert ons en als het nodig is zal hij met liefde bestraffen. Maar niet door
te slaan of geselen. Een goede aardse vader doet dat ook niet.
In Colossenzen staat dit: Colossians 3:21 (HSV)
21 Vaders, terg uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden.

De betekenis van de diverse Griekse woorden die hier gebruikt worden, is ook ‘instructie geven’, ‘als kind
opvoeden’. God’s motieven in alles wat hij doet zijn altijd liefde. Maar die liefde is geen slappe hap, in de zin
van ‘het doet geen pijn’.
Jezus werd voor onze ziektes gegeseld door de vijand. Het was God’s wil, niet om wat hij fout had gedaan,
maar om één van de consequenties van de zonde in Adam te dragen!! Die straf bracht ons de vrede Isa 53:5.
In Luke 15 lezen we wat de reactie van de goede Vader is op het gedrag van beide zoons, die beiden zondigen.

Vers 11 spreekt over getraind worden, gediscipeld.

Vers 15 die bittere wortel is bv. onvergevingsgezindheid, wrok, boosheid. Velen worden daar mee geraakt en
besmet als iemand daarmee leeft.
Heb jij iemand te vergeven of boosheid tegen bepaalde mensen? Of tegen jezelf?
Vers 16 wil je voor één kort pleziertje je hele leven opgeven en laten breken? En dat van anderen? Denk daar
eens over?

V18-22 lazen we in Exodus 19:10vv

V24 het bloed van de vermoorde Abel riep om gerechtigheid, om straf, doodstraf. Het bloed van Jezus is juist
het bloed waarin alle zonde gedragen werd en dat dus van rechtvaardiging en vrijheid van zonde spreekt.
Rom. 8:2

Wij leven in een onwankelbaar Koninkrijk van Go, het is namelijk geestelijk. Ook Haggaï spreekt over het nog
éénmaal wankelen van de geschapen dingen.Haggai 2:7 met het resultaat van velen die tot geloof komen.
Haggai 2:22-24 Dat beven spreekt in mijn mening over het sterven van Jezus en de aardbevingen toen, en de
machten, krachten en overheden die overwonnen zijn.

Hoofdstuk 13

Het afsluitende hoofdstuk met allerlei aanmoedigingen en bemoedigingen en ook waarschuwingen

De opzet van dit hoofdstuk lijkt een beetje op Spreuken:
Elk vers, of twee verzen heeft een aanmoediging, bemoediging over een heel ander onderwerp. Soms wordt het
nog herhaald verderop in het hoofdstuk.

Het vorige hoofdstuk sloot Paulus af met:
28 Laten wij daarom,
omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen,
aan de genade vasthouden en daardoor God dienen op een Hem welgevallige wijze, met ontzag en eerbied.
29 Want onze God is een verterend vuur.

Aan genade vasthouden, en vanuit die genade God dienen, op een manier dat naar zijn hart is. Hoofdstuk 13 is
vervolgens een opsomming van hoe te dienen en op grond waarvan (genade).

Hebr. 13:22 Overigens roep ik u ertoe op, broeders, deze woorden van vermaning te verdragen, ook al heb ik u
slechts in het kort geschreven.

—–

V1 de onderlinge liefde en V16 doe goed (Han. 10:38) en HELP elkaar, terwijl we weten (vers 6) dat God onze
HELPER is.
V2 weest gastvrij, wie weet komen er engelen.
V3 bid en help gevangenen. Er staat niet alleen Christenen!
V4 God haat overspel en (Grieks:) pornos, wat hier letterlijk betekent prostitutie door een man.
V5 laat liefde voor geld niet bepalen wat je doet en beslist.
V5 ik zal je nooit verlaten – De Heer is mijn Herder, mij ontbreekt niets (Ps 23:1)

V7 als je voorgangers wandelen in geloof, volg dat na. In V17 staat je voorgangers te gehoorzamen en
onderdanig te zijn. De moeilijke realiteit is dat hier ook misbruik van is gemaakt. In heel moeilijke tijden met
leiderschap sprak God glashelder, midden in de nacht: (NBG1951) 1 Het hart van de koning is in de hand des
HEREN als waterbeken, Hij leidt het overal heen, waar het Hem behaagt.
God sprak zo duidelijk dat als ik trouw bleef, hij degene is die mij voortdurend leidt.
Daar komt bij dat leiders rekenschap voor God moeten afleggen. Help leiders om hun bediening met blijdschap
te kunnen blijven doen.

V9 Dit Bijbel Leesproject is zo belangrijk! Je sterken in genade. Je sterken in de dingen die God zegt. Zijn
waarheid maakt vrij, als je die waarheid leert kennen. Eet het Woord en niet alleen vlees en friet.
V10-13 Jezus was het Lam van God dat voor verzoening met God geslacht werd. Dit is nog eens de samenvatting
van Hebreeen! Jezus werd gesmaad, wij dus ook. Draag het en beschouw het een eer.

V14 Wij leven voor de eeuwige erfenis die voor ons bij God bewaard wordt. We leven niet voor die paar aardse
jaren.

V15 Een centraal vers. Door die Jezus die alles gedragen heeft, door wat hij voor ons gedaan heeft en wat hij ons
gegeven heeft… laten we daardoor God de VADER eren en aanbidden. Dat wat van onze lippen komt.

V19 Paulus lijkt nog te verblijven (gevangen te zitten??) in Rome (v24). Timotheus is vrijgelaten v23.

Krachtig zegen gebed
20 De God nu van de vrede,
Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht,
[EN] op grond van het bloed van het eeuwige verbond,
21 moge u toerusten
tot elk goed werk om Zijn wil te doen,
en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is,
door Jezus Christus.
Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.