Koning Manasse van Juda was een verschrikkelijke koning, die zijn eigen zonen verbrandde als offer aan afgoden, en allerlei andere gruwelijkheden ondernam! Hij riep boze geesten op, nou ja, “Hij deed zeer veel slechts in de ogen van de HEERE, om Hem tot toorn te verwekken.” (2 Kron. 33). Bewust en extreem zondigen om God daarmee te kwetsen en kwaad te doen.
God grijpt uiteindelijk in, en vijandige volken nemen Manasse gevangen. Zo’n vent wil je niet meer terug toch? Zeker niet als koning. Manasse bekeert zich in de gevangenis, hij wordt hersteld en teruggestuurd, en… wordt weer koning. God herstelt hem. Hij was 55 jaar koning.
Wat zou jij gedaan hebben?
Dat liet mij nadenken. Hoe bewogen ben ik met een kind van zes dat vreselijke dingen meemaakt? Heel erg bewogen. Nu is dat kind 12 en heeft nog meer meegemaakt? Hoe beweegt dat mijn hart? We voelen de pijn als we dingen horen en zien!
Nu is dat kind 43 en heet Manasse (even fictief). Hoe is mijn compassie nu? Dat gaat mij in elk geval erg veel moeite kosten. Toen zei God tegen mij: ‘mijn compassie is nog steeds even groot, ondanks zijn daden. Ik heb alleen zijn bekering (toestemming door belijdenis, en hulpvraag) nodig om te kunnen vergeven en herstellen.’
Gods liefde is niet te bevatten. Die is veel te groot voor ons hart. Zijn liefde en zijn daden zijn niet ten diepste te beoordelen of te doorgronden. Maar het offer dat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest brachten aan het kruis, voor mensen als Manasse, en voor ieder mens, geeft een idee van de grootte van die liefde.
Mijn conclusie: God is altijd goed, ondoorgrondelijk goed, ook in het Oude Testament:-)