De ziekteplaag in Numeri 16
In Numeri 16:44-50 staat het einde van het drama dat door een groep opstandige Israelieten wordt veroorzaakt. Het drama veroorzaakte bijna dat Mozes en Aaron verdreven zouden worden door Korach en 250 andere leiders. Het mopperende gedeelte van het volk had al vele malen God beledigd, zichzelf vervloekt en geprobeerd om weer terug naar Egypte te gaan (zie ondermeer Exodus 16:3). Ze hadden ondermeer ook geweigerd het beloofde land in te trekken. (Numeri 16:1-3)
Nu, aan het einde van het drama dat al vele levens had gekost, was een groot deel van het volk nog steeds opstandig (vers 41 lijkt te zeggen heel het volk!!). Dan vers 45a: “Trek u terug uit het midden van deze gemeenschap, en Ik zal hen vernietigen, in een ogenblik!…” Vers 46 “En Mozes zei tegen Aäron: Neem de vuurschaal en doe er vuur in van het altaar, en leg er reukwerk op, en ga onmiddellijk naar de gemeenschap en doe verzoening voor hen, want grote toorn is uitgegaan van voor het aangezicht van de HEERE; de plaag is al begonnen.”
God lijkt hier met een plaag een grote slachting aan te brengen. Maar wat gebeurt er nu werkelijk? Immers, mijn samenvattende conclusie (zie boven) is, dat veel gebeurtenissen aan God worden toegeschreven, terwijl in werkelijkheid God de verderver heeft moeten toelaten te slachten en ziek te maken, vanwege het handelen van mensen.
1 Corinthiërs 10:8-10 “En laten wij geen hoererij bedrijven, zoals sommigen van hen hoererij bedreven hebben, en op één dag vielen er drieëntwintigduizend. 9 En laten wij Christus niet verzoeken, zoals ook sommigen van hen Hem verzocht hebben en door de slangen omgekomen zijn . 10 En mor niet, zoals ook sommigen van hen gemord hebben en omgekomen zijn door de verderver ”
Hier in vers 10 staat dat ze omgekomen zijn door de verderver. Dat is het Griekse woord g3644 (Strong’s) olothreutes, ‘giftige slang, vernietiger’. (hiervan afgeleid ook nog het woord in Hebr. 11:28 Strong’s g3645)
Het werkwoord is Strong’s g0622 apollumi, ‘letterlijk en figuurlijk volledig vernietigen’. Het zelfstandig naamwoord waar alles vanaf is geleid is: g3639 olethros, ‘vernietiging, dood, ruïnering’.
De duivel is in Johannes 10:10 “De dief die alleen maar komt om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan (verderven, nbg, Grieks g0622: apollumi);”
2 Thessalonisenzen 1:9 “Zij zullen als straf het eeuwig verderf [g3639 olethros] ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht,”
1 Corinthiërs 5:5 “over te geven aan de satan, tot verderf [g3639 olethros] van het vlees, opdat de geest behouden [sozo] zal worden op de dag van de Heere Jezus.”
Conclusie in Numeri 16: het is op basis van de genoemde Nieuw Testamentische teksten duidelijk dat de verderver zelf de plaag was. De duivel is ziek en hij is een plaag. Psalm 91 zegt dat God ons daartegen beschermt. Maar wanneer je moedwillig en blijvend je buiten die bescherming stelt kan die plaag je treffen. Dat is geen straf van God, maar een gevolg van je eigen ongehoorzaamheid. LET OP: plaats jezelf als Christen niet onder een wet! Je bent onder de genade. Wanneer je een fout maakt plaats je jezelf niet buiten de genade. Wanneer je bewust God blijft afwijzen maak je jezelf erg kwetsbaar. God haat ziekte en de duivel, maar Hij kan onze vrije wil niet besturen.