[column width=”1/1″ last=”true” title=”” title_type=”single” animation=”none” implicit=”true”]
WB25 Laat niets je tegenhouden
Door Paul Immanuel
Plotseling is er een situatie waarin iemand een beroep doet op je geloof in God en vraagt om voor hem te bidden. Misschien voor genezing, misschien voor een ernstig probleem in de familie, of misschien vraagt die persoon wel aan jou hoe je een Christen, een kind van God kan worden. Dan flitsen die gedachten door je heen: ‘wie ben ik nou dat ik dat mag doen’ of, ‘ik heb net zo’n fout gemaakt tegenover God, hoe kan God mij nou nog gebruiken?’ of: “Ik heb net ruzie met mijn vrouw gehad, ik kan nu niets doen”. En hier is er nog zo één: ‘ik ben nog niet zo ver, ik ben lang nog niet geestelijk genoeg’.
Afin, je begrijpt wel wat ik bedoel, gedachten (aanklachten, beschuldigingen) die je belemmeren om het werk van God te doen.
Één ding moeten we duidelijk voor ogen moeten houden in ons leven als Christen: God heeft het welzijn van de medemens op het oog. God’s diepste verlangen is dat mensen Hem leren kennen en daardoor eindelijk verlost worden van zonden die hen kwellen en aanklagen. God wil dat mensen door een relatie met Hem eeuwig leven, genezing en herstel op alle vlakken van hun leven ontvangen. Als dan zo’n gelegenheid zich voordoet, waar een medemens bij jou komt om hulp, is God niet gericht op hoe goed wij zijn of hoe geestelijk wij zijn en of we ruzie hebben gehad, maar God is gericht op de nood van die ander!! En daar wil hij jou en mij voor gebruiken, als kanaal, als ‘spreekbuis’. En als er iets is misgegaan (een ruzie of zo) en je herinnert je dat, vraag God ter plekke vergeving, en steek vervolgens je handen uit mouw. Laten we eens kijken naar Petrus:
Petrus geneest in Handelingen 3 een man die verlamd was vanaf zijn geboorte (al meer dan 40 jaar). Dit bracht zoals te begrijpen een gigantische opschudding te weeg. Iedereen kende die man, hij had immers al vele jaren aan de tempelpoort gebedeld, je kon hem gewoon niet missen als je naar de tempel ging. En plotseling, vanaf het ene op het andere ogenblik krijgt deze kostbare mens een doorbraak….hij kan lopen, springen, dansen, buigen, hink-stap-springen…noem maar op. Iedereen kijkt nu vol ontzag, haast aanbiddend naar Petrus, waarop Petrus zegt:
“En Petrus zag het en antwoordde het volk: Mannen van Israël, wat verwondert u u hierover, of wat staart u ons aan, ALSOF WIJ door EIGEN kracht of GODSVRUCHT deze (verlamde) hadden doen lopen?” Hand.3:12
Denk je eens in, toen twee maanden daarvoor Jezus op het punt stond veroordeeld en gekruisigd te worden, verloochende Petrus Jezus. Juist toen Jezus Zijn rechterhand zo nodig had, ontkende Petrus keihard dat hij Jezus kende en vervloekte hij zichzelf zelfs om dit kracht bij te zetten. Deze zelfde Petrus, wist zich nu volledig vergeven en liet zich niet meer leiden door angst voor vervolging, eigen zwakheid en onkunde, maar genas deze man in de Naam van Jezus. Waarom? Hoe kan dat dan?
Hé mensen, zei Petrus, we kunnen dit niet omdat wij zo geweldig zijn of omdat wij zulke vrome, perfecte Christenen zijn! En we zijn zelf niet van die krachtpatsers, zeker niet maar: “..op het geloof in Zijn (Jezus’) naam heeft Zijn naam deze (ex-verlamde), die u ziet en kent, sterk gemaakt; en het geloof door Hem (Jezus) heeft hem dit volkomen herstel gegeven in tegenwoordigheid van u allen.” Hand.3:16
Zie je, het gaat niet om ons! Het gaat om de mens in nood en DE NAAM. Wíj zijn niet gestorven en begraven en op de derde dag opgestaan voor de zonden en ziekten van de mensen, maar Jezus! Het gaat om die NAAM van Jezus die verlossing geeft van ziekten en boze geesten. Het gaat om de kracht en autoriteit in de Naam van Jezus, in geloof gebruikt. Het gaat om die NAAM van Jezus die staat voor overwinning, die verlossing geeft en doorbraken allerlei dagelijkse situaties.
Petrus stapte over zijn eigen nederlagen heen. Petrus was niet naar binnen gericht op de momenten dat hij nodig was. Daar zijn andere momenten voor, om God te vragen je te reinigen en te helpen met groei in je geloofsleven en in zuiverheid. Bedenk altijd dat de duivel wil dat mensen vernietigd worden, of op z’n minst dat ze een moeilijk leven hebben, vol problemen. Maar God wil dat de mens leven heeft in alle overvloed (Johannes 10:10). Tot slot nog dit vers uit hoofdstuk 4:21b “….(en) allen verheerlijkten God om hetgeen er geschied was;” God wordt verheerlijkt en geëerd, zoals hier, wanneer er wonderen en tekenen gebeuren, maar ook wanneer mensen herstel ontvangen, en uit de put komen.
Laat niets je tegenhouden om een getuige te zijn van God en een hulp voor de medemens die in nood is. God staat dan altijd aan jouw kant.
Gods zegen en wijsheid en kracht in je uitreiken naar de mens in nood
© 2006 Alive and Well Ministries info@www.alive-and-well.org
[/column]